Industrie, innovatie en infrastructuur
Klimaatactie
duurzame-en-betaalbare-energie
De duurzaamheidsuitdagingen van de Tiense Suikerraffinaderij
Beschrijving
Hoe maak je van suikerproductie een duurzaam verhaal? In dit interview vertelt Jan Ingels, directeur bij de Tiense Suikerraffinaderij, hoe het bedrijf van biet tot suiker produceert voor zowel industrie als retail én tegelijk inzet op innovatie en duurzaamheid. Van de bouw van een gigantische warmtepomp en waterbesparende installaties tot zero waste-processen en samenwerking met 3.500 lokale planters: ontdek hoe de Tiense Suikerraffinaderij zichzelf heruitvindt en welke uitdagingen er nog wachten om de ambitieuze klimaatdoelen te halen.
Transcript
Als Tiense Suikerraffinaderij zijn we een producent van suiker, dus van biet tot suiker. En we produceren zowel voor de industrie als voor de retail en voor de eindconsumenten. We produceren de gewone suikers, maar proberen ook heel wat specialiteiten te produceren. Ikzelf ben Jan Ingels, directeur van de suikerfabrieken of directeur van de operaties. Als we over cijfers spreken dan spreken we toch over een productie, natuurlijk afhankelijk van het seizoen en de weersomstandigheden, maar dan gaan we tot 500.000 ton suiker die we produceren per jaar. Daarvoor hebben we ongeveer 3, 5 miljoen ton bieten nodig.
Dat wordt aangeleverd door onze partners, de planters. Daar hebben we ongeveer 3500 partners voor. Als je naar werkgelegenheid kijkt, dan hebben we een werkgelegenheid voor indirecte jobs van 6500 jobs. Het is natuurlijk een Europese markt waar voornamelijk de bietsuiker geleverd wordt. Op wereldmarkt wordt er heel veel rietsuiker geleverd, maar wij concentreren ons op de Europese markt en op de regio. En dan moeten we zeggen dat wij met onze suiker voornamelijk de regio Italië, Griekenland en Engeland beleveren.
En voor België zelf, voor het retail gebeuren, zijn we toch hoofd marktaandeelhouder. Als management hebben wij sowieso onze strategie, Growing in Balance, de kerngebieden. En binnen die kerngebieden hebben we specifieke doelstellingen die we opvolgen, specifieke targets. Die zijn dan ook een stuk gelinkt als we echt gaan naar het duurzaamheidsgebeuren aan de scientific-based targets, om dan de uitstoot van de CO2 te beperken naar 50% in 2030 en CO2-neutraal te zijn in 2050.
Dus op vlak van doelstellingen en het prioritiseren van doelstellingen, we sowieso binnen ons motto 'growing in balance' onze acht kerngebieden, waar dat wordt opsplitst van het bekomen van onze grondstoffen, tot het productieproces, tot het veiligheidsgebeuren, de diversiteit en Zeker ook naar onze buurt. Als we gaan kijken wat belangrijk is, het start van op de bietenvelden. Dus met onze planters dat we daar tools beschikking stellen, dat we training geven, dat ze daarin meedenken. Dat is een stuk om onze doelstellingen te kunnen behalen.
Binnen de fabriek zelf is de focus op energie en kostenefficiëntie en performantie en efficiëntie van de installaties. Tijdens dat proces is het zeer cruciaal en dat is prioriteit dat we zeker naar de buurt en naar de bredere buurt geen overlast hebben en daar zit het duurzaamheidsaspect van geluid, lawaai, uitstoot wordt gefocust en uiteindelijk naar onze klanten zit het behalen van onze duurzaamheidsdoelstellingen. Omdat we de producten aanleveren en van het product, maar ook verpakking, wordt daar in focus gezet. Dus het is zeer moeilijk om individueel daar één doelstelling uit te halen, afhankelijk van dat gebeuren.
Het is een totaalpakket door in het gans proces. Als grootste uitdaging binnen ons productieproces, binnen de suikersector, maar ook binnen de voedingssector, is dat wij ons aan het committen zijn naar targets. De scientific-based targets, 20-30 min 50%, 20-50 CO2-neutraal. Maar dat de technologieën vandaag om die doelstelling bereiken nog niet volledig op punt zijn. Dus we zijn volop bezig met die te ontwikkelen, samen met de leveranciers en dat brengt ook een serieuze meerkost met zich mee.
Dus dat is wel een huzaren stukje. We zien dat ook zeker de laatste jaar werken daar sterk aan mee. We zijn momenteel ook bezig met een warmtepomp, een innovatief project, een Europese primeur, waar we de grootste warmtepomp op hoge temperatuur hier in Tienen aan het bouwen zijn. Echt een topprimeur. Dus we zien wel dat dat echt wel verbetert. Alleen voor onze specifieke sector spreken we over grote vermogens, grote capaciteiten. En daar moet wel nog een stap gezet worden. We hebben in het verleden steeds heel sterk op duurzaamheid toegekeken.
Dus we hebben geprobeerd om onze inslaat zo efficiënt mogelijk te laten draaien. De energie die je niet nodig hebt, oké, bespaar je sowieso. Maar we hebben recent, en dat is een tweetal jaar geleden, ook een nieuwe diffusietoren gebouwd. Een diffusietoren, dat wil zeggen dat het proces waar we het suikergoud en het gedeelte uit de suikerbieten halen, hebben we nieuwe innovatieve diffusietoren gebouwd, waardoor wij 115.000 kubieke meter minder water nodig hebben, 25% minder energie en 6000 ton CO2 minder uitstoot. Ieder fabriek staat momenteel nog niet op hetzelfde peil.
Daar hebben we ook een aantal focusfactories genomen. Focusfabrieken waren dat we eerst, want Je kunt geen pilootinstallatie overal gaan bouwen, dat zou veel te duur zijn. Wel, hier in Tien zijn we een beetje koploper binnen de groep. We proberen dat ook zo aan te houden, om dan later de projecten die we samen, toch samen met onze Duitse collega's en onze mensen hier gerealiseerd hebben, om die ook te kunnen uitrollen in de andere fabrieken. Er is veel kruisbestuiving op dat vlak, veel kennisdeling en dat is ook nodig om die systemen te kunnen begrijpen, ook om dat betaalbaar te houden op langer termijn.
De moeilijkheden bij het uitwerken van projecten is als je eens naar de innovatie gaat, dat dat tijd vraagt, maar dat dat ook veel centen vraagt. We hebben schitterende mensen die daar aan werken, We hebben goed samen gewerkt met een aantal partners. Maar dat is toch een uitdaging om dat te kunnen realiseren. Op een bepaalde tijd om dan die doelstellingen, want sowieso als we installaties bouwen, zij moeten ook wel operationeel zijn tegen het volgende productieproces. De installatie die we vandaag installeren, bijvoorbeeld een stoomketel gaat 25 jaar mee, moet vandaag al beantwoorden aan de aspecten of de de criteria die we dan willen bereiken.
Dat wil zeggen dat die technologieën om daar aan te beantwoorden nu moeten ontwikkeld worden en nu geïmplementeerd. Dit is toch wel naar werklast en naar middelen zeer inspannend om dat te kunnen realiseren. Wij zien ook dat voor dergelijke innovatieve projecten dat we moeten goed kijken naar leveringstermijnen. Het is geen copy-paste van een bestaande installatie, dus die leveringstermijnen kunnen al eens oplopen. En dan moeten we zien dat we toch ook de timing behalen. Wij zien zeker nog een ruimte voor bewetering in het elektrificeren van onze processen, maar ook daar zijn de huidige technologieën nog niet volledig op punt.
Dat zijn we aan het uitwerken. Wij hopen daar heel hard aan te werken, omdat we dat al voorbereiden, omdat we dat al tegen eind 2026 geïmplementeerd hebben. Wij zijn als bedrijf zelf voorzien in onze energie. Daarmee bedoelen we dat wij eigenlijk door het produceren van stoom, nadien ook elektriciteit produceren. Elektriciteit waardoor wij in ons eigen behoefte kunnen voorzien voor ons ganse productieproces. Nu naar de toekomst toe zelf, als we naar elektrificatie gaan, gaan we wel elektriciteit van het net nodig hebben.
We zijn daar ook bezig met de groene stroom, om dan groene stroom binnen te halen, maar dan sowieso gaan we terug naar het net toe voor de stroom. Maar zullen we dan veel minder fossiele brandstof nodig hebben, of fossiele energie. We proberen in ons gaans de suikerproductie naar zero waste te streven. Dat wil zeggen dat we elk, We hebben heel wat nevenproducten tijdens het suikerproces. Het suikerproces is een groot scheiding- en koopproces. We starten met het bieten. We maken daar kleine frietjes, snijdsels van, halen het suikerhoudend gedeelte eruit.
Dan gaan we dat suikersap gaan indampen en dan gaan we dat gaan kristalliseren of uitkoken naar de mooie kristalsuiker. Tijdens dat proces krijgen we ook nevenproducten vrij, bijvoorbeeld pulp, dat wordt gebruikt als dierenvoeding. De kalkmelk die gebruikt wordt om het suiker op te zuiveren. Dat wordt dan gebruikt uitsluitend als grondverbeteraar. Uiteindelijk hebben we nog melasse waar we het suiker economisch niet meer uithalen. Dat wordt gebruikt om citroenzuurproductie, dat wordt gebruikt als windmiddel voor dierenvoeding of voor gistproductie of in siroop of drops producten te stoppen.
Dus wij proberen elk nevenproduct ook te vermarkten. Zelfs de bieten die van het veld komen, daar zitten soms nog wat steentjes tussen. Dat wordt weggewassen en dat wordt in de bouw gebruikt. We proberen echt naar zero waste te streven tijdens het ganse proces. Duurzaamheid speelt een zeer grote factor in onze investeringspolicy. Wij noemen dat invest for impact en duurzaamheid is dat zeker een van de focusgebieden. Als wij momenteel een investering doen is dat zowel naar het uitwerken van de investering, dus welke impact zou dat op de omgeving qua geluid, qua uitzondering kunnen hebben, dat wordt zeer sterk opgekeken, Maar dan ook zeker op de energieefficiëntie, op het performance zijn.
Ook naar de soorten materialen die we gebruiken, wordt daar heel veel aandacht aan besteed. De tijd is moeilijk in te schatten, want met al onze activiteiten hebben we het duurzaamheidspetje op. Dus afhankelijk van welke projecten dat behandeld wordt, zijn we er zeer veel mee bezig of zijn we minder. Maar duurzaamheid in het brede verhaal van het welzijn, de veiligheid van ons werk naar onze buurt, naar onze projecten, zijn we daar toch wel een heel groot percentage mee bezig. Duurzaamheid proberen onze mensen daar natuurlijk zoveel mogelijk bij te betrekken. Wij doen dat ook onder 'growing in balance', onze commitment naar een duurzame wereld.
Dus we werken daar heel hard aan. We hebben dan ook acht kerngebieden gaande van water tot veiligheid tot diversiteit tot het behalen van onze missie-normen. Dus dat wordt heel hard aan gewerkt en daar betrekken we ook tot op de werkvloer bijvoorbeeld beter sorteren, afval verzamelen, minder energie waar er ook doelstellingen op staan voor onze medewerkers om samen onze schouders onder te zetten. Wij merken met de aanwerving van personeel, maar zeker het jongere personeel, dat duurzaamheid zeker belangrijk is.
Zeker in de brede zin, maatschappelijke verantwoordelijkheid, hoe ga je om met welzijn en het werk en veiligheid op het werk? Maar ze denken ook zeer sterk aan het maatschappelijk belang. Dus wij laten hen ook onze processen zien. Wij laten het ook zien hoe dat duurzaamheid in ons DNA zien. En merken dat daar toch wel een argument is dat zij meenemen bij het kiezen van een bepaald bedrijf. En wij nemen dat ook mee bij het selecteren van personeel. Vroeger gezat het HSE gebeuren, dus Health, Safety and Environment, een beetje samen.
We zijn dat gaan opsplitsen en we hebben nu een gededicteerde persoon centraal die alleen met milieu en duurzaamheid bezig is voor de fabrieken. Op groepsniveau ook personen die bezig zijn en we hebben ook personen die daarmee bezig zijn op vlak van de bietenvelden, op vlak van de contacten met de planten. Dat zijn ook specifieke personen. Naast dat gebeuren hebben we dan, en dat is een deeljob eigenlijk in de verschillende plants, in de verschillende bedrijven, mensen die dan zorgen voor die rapportering. Dus dat zijn als je in totaal kijkt toch wel een 4-50 personen regelmatig en bijna continu bezig.
Op vlak van rapportering, en we zien dat ook zeer sterk toenemen, de Europese reglementering, zijn we naar een nieuwe software gegaan om dat echt te kunnen opvolgen. Vroeger zat dat in ons management systeem, nu hebben we een speciale software daarvoor aangewend en per kwartaal worden al onze duurzaamheidscijfers, onze energieverbruikers centraal gerapporteerd en dan ook doorgestuurd. Wij zien dat het duurzaamheidsaspect meer en meer zowel met retail als met grote industriële spelers op tafel ligt.
En Wat zeer belangrijk is, er is sowieso verschil van klant tot klant of van bedrijf tot bedrijf hoe ver ze zitten in dat duurzaamheidsgebeuren. En daar mogen we niet zeggen dat een kleinere klant of een grote klant, het is een beetje klantgebonden. Met onze klanten, wij krijgen heel veel klantenbezoeken, maar ook audits. We hebben ook gecertificeerde audits en het verhaal of het aspect van duurzaamheid komt daar zeker aan bod en wordt ook door sommige klanten zeer nauw bekeken.
Wij krijgen dan ook heel dikwijls op voorhand vragenlijsten die we dan invullen om te kijken of onze targets en onze doelstellingen ook hun doelstellingen ondersteunen. Naar onze leveranciers toe, specifiek naar onze landbouwers toe, Stimuleren we dat, geven we daar een positieve stimulans en dan geven we bijvoorbeeld ook bijkomende financiële ondersteuning als zij aan biodiversiteit meewerken en bijvoorbeeld bloemenstroken aanleggen. Dus ook daar proberen we dat te triggeren. Naar de regio toe zelf ondersteunen we heel wat organisaties.
Daar werken we ook aan heel wat projecten mee. En daar hebben we bijvoorbeeld ook een incubator geplaatst waar we startende bedrijven ondersteunen. Wij hebben eigenlijk bedrijvencentra waar we ook bedrijven een beetje proberen te ondersteunen. Wij werken nauw samen met de buurt, dus op dat vlak, ook kleine organisaties, sportevenementen, proberen we toch zeker ons steentje bij te dragen. Als we kijken naar bedrijven die rond duurzaamheid werken, en Ik denk dat we in de voedingssector mooie stappen gezet hebben.
En dat men zeer innovatief bezig is om die stappen te zetten. Maar het is communiceren over, gaan naar de nodige netwerken te kijken. Wat bestaat er? Niet alleen binnen uw sector, maar ook buiten uw sector en tracht daar naar de nieuwe technologieën te gaan en van elkaar een beetje te leren.
Dat wordt aangeleverd door onze partners, de planters. Daar hebben we ongeveer 3500 partners voor. Als je naar werkgelegenheid kijkt, dan hebben we een werkgelegenheid voor indirecte jobs van 6500 jobs. Het is natuurlijk een Europese markt waar voornamelijk de bietsuiker geleverd wordt. Op wereldmarkt wordt er heel veel rietsuiker geleverd, maar wij concentreren ons op de Europese markt en op de regio. En dan moeten we zeggen dat wij met onze suiker voornamelijk de regio Italië, Griekenland en Engeland beleveren.
En voor België zelf, voor het retail gebeuren, zijn we toch hoofd marktaandeelhouder. Als management hebben wij sowieso onze strategie, Growing in Balance, de kerngebieden. En binnen die kerngebieden hebben we specifieke doelstellingen die we opvolgen, specifieke targets. Die zijn dan ook een stuk gelinkt als we echt gaan naar het duurzaamheidsgebeuren aan de scientific-based targets, om dan de uitstoot van de CO2 te beperken naar 50% in 2030 en CO2-neutraal te zijn in 2050.
Dus op vlak van doelstellingen en het prioritiseren van doelstellingen, we sowieso binnen ons motto 'growing in balance' onze acht kerngebieden, waar dat wordt opsplitst van het bekomen van onze grondstoffen, tot het productieproces, tot het veiligheidsgebeuren, de diversiteit en Zeker ook naar onze buurt. Als we gaan kijken wat belangrijk is, het start van op de bietenvelden. Dus met onze planters dat we daar tools beschikking stellen, dat we training geven, dat ze daarin meedenken. Dat is een stuk om onze doelstellingen te kunnen behalen.
Binnen de fabriek zelf is de focus op energie en kostenefficiëntie en performantie en efficiëntie van de installaties. Tijdens dat proces is het zeer cruciaal en dat is prioriteit dat we zeker naar de buurt en naar de bredere buurt geen overlast hebben en daar zit het duurzaamheidsaspect van geluid, lawaai, uitstoot wordt gefocust en uiteindelijk naar onze klanten zit het behalen van onze duurzaamheidsdoelstellingen. Omdat we de producten aanleveren en van het product, maar ook verpakking, wordt daar in focus gezet. Dus het is zeer moeilijk om individueel daar één doelstelling uit te halen, afhankelijk van dat gebeuren.
Het is een totaalpakket door in het gans proces. Als grootste uitdaging binnen ons productieproces, binnen de suikersector, maar ook binnen de voedingssector, is dat wij ons aan het committen zijn naar targets. De scientific-based targets, 20-30 min 50%, 20-50 CO2-neutraal. Maar dat de technologieën vandaag om die doelstelling bereiken nog niet volledig op punt zijn. Dus we zijn volop bezig met die te ontwikkelen, samen met de leveranciers en dat brengt ook een serieuze meerkost met zich mee.
Dus dat is wel een huzaren stukje. We zien dat ook zeker de laatste jaar werken daar sterk aan mee. We zijn momenteel ook bezig met een warmtepomp, een innovatief project, een Europese primeur, waar we de grootste warmtepomp op hoge temperatuur hier in Tienen aan het bouwen zijn. Echt een topprimeur. Dus we zien wel dat dat echt wel verbetert. Alleen voor onze specifieke sector spreken we over grote vermogens, grote capaciteiten. En daar moet wel nog een stap gezet worden. We hebben in het verleden steeds heel sterk op duurzaamheid toegekeken.
Dus we hebben geprobeerd om onze inslaat zo efficiënt mogelijk te laten draaien. De energie die je niet nodig hebt, oké, bespaar je sowieso. Maar we hebben recent, en dat is een tweetal jaar geleden, ook een nieuwe diffusietoren gebouwd. Een diffusietoren, dat wil zeggen dat het proces waar we het suikergoud en het gedeelte uit de suikerbieten halen, hebben we nieuwe innovatieve diffusietoren gebouwd, waardoor wij 115.000 kubieke meter minder water nodig hebben, 25% minder energie en 6000 ton CO2 minder uitstoot. Ieder fabriek staat momenteel nog niet op hetzelfde peil.
Daar hebben we ook een aantal focusfactories genomen. Focusfabrieken waren dat we eerst, want Je kunt geen pilootinstallatie overal gaan bouwen, dat zou veel te duur zijn. Wel, hier in Tien zijn we een beetje koploper binnen de groep. We proberen dat ook zo aan te houden, om dan later de projecten die we samen, toch samen met onze Duitse collega's en onze mensen hier gerealiseerd hebben, om die ook te kunnen uitrollen in de andere fabrieken. Er is veel kruisbestuiving op dat vlak, veel kennisdeling en dat is ook nodig om die systemen te kunnen begrijpen, ook om dat betaalbaar te houden op langer termijn.
De moeilijkheden bij het uitwerken van projecten is als je eens naar de innovatie gaat, dat dat tijd vraagt, maar dat dat ook veel centen vraagt. We hebben schitterende mensen die daar aan werken, We hebben goed samen gewerkt met een aantal partners. Maar dat is toch een uitdaging om dat te kunnen realiseren. Op een bepaalde tijd om dan die doelstellingen, want sowieso als we installaties bouwen, zij moeten ook wel operationeel zijn tegen het volgende productieproces. De installatie die we vandaag installeren, bijvoorbeeld een stoomketel gaat 25 jaar mee, moet vandaag al beantwoorden aan de aspecten of de de criteria die we dan willen bereiken.
Dat wil zeggen dat die technologieën om daar aan te beantwoorden nu moeten ontwikkeld worden en nu geïmplementeerd. Dit is toch wel naar werklast en naar middelen zeer inspannend om dat te kunnen realiseren. Wij zien ook dat voor dergelijke innovatieve projecten dat we moeten goed kijken naar leveringstermijnen. Het is geen copy-paste van een bestaande installatie, dus die leveringstermijnen kunnen al eens oplopen. En dan moeten we zien dat we toch ook de timing behalen. Wij zien zeker nog een ruimte voor bewetering in het elektrificeren van onze processen, maar ook daar zijn de huidige technologieën nog niet volledig op punt.
Dat zijn we aan het uitwerken. Wij hopen daar heel hard aan te werken, omdat we dat al voorbereiden, omdat we dat al tegen eind 2026 geïmplementeerd hebben. Wij zijn als bedrijf zelf voorzien in onze energie. Daarmee bedoelen we dat wij eigenlijk door het produceren van stoom, nadien ook elektriciteit produceren. Elektriciteit waardoor wij in ons eigen behoefte kunnen voorzien voor ons ganse productieproces. Nu naar de toekomst toe zelf, als we naar elektrificatie gaan, gaan we wel elektriciteit van het net nodig hebben.
We zijn daar ook bezig met de groene stroom, om dan groene stroom binnen te halen, maar dan sowieso gaan we terug naar het net toe voor de stroom. Maar zullen we dan veel minder fossiele brandstof nodig hebben, of fossiele energie. We proberen in ons gaans de suikerproductie naar zero waste te streven. Dat wil zeggen dat we elk, We hebben heel wat nevenproducten tijdens het suikerproces. Het suikerproces is een groot scheiding- en koopproces. We starten met het bieten. We maken daar kleine frietjes, snijdsels van, halen het suikerhoudend gedeelte eruit.
Dan gaan we dat suikersap gaan indampen en dan gaan we dat gaan kristalliseren of uitkoken naar de mooie kristalsuiker. Tijdens dat proces krijgen we ook nevenproducten vrij, bijvoorbeeld pulp, dat wordt gebruikt als dierenvoeding. De kalkmelk die gebruikt wordt om het suiker op te zuiveren. Dat wordt dan gebruikt uitsluitend als grondverbeteraar. Uiteindelijk hebben we nog melasse waar we het suiker economisch niet meer uithalen. Dat wordt gebruikt om citroenzuurproductie, dat wordt gebruikt als windmiddel voor dierenvoeding of voor gistproductie of in siroop of drops producten te stoppen.
Dus wij proberen elk nevenproduct ook te vermarkten. Zelfs de bieten die van het veld komen, daar zitten soms nog wat steentjes tussen. Dat wordt weggewassen en dat wordt in de bouw gebruikt. We proberen echt naar zero waste te streven tijdens het ganse proces. Duurzaamheid speelt een zeer grote factor in onze investeringspolicy. Wij noemen dat invest for impact en duurzaamheid is dat zeker een van de focusgebieden. Als wij momenteel een investering doen is dat zowel naar het uitwerken van de investering, dus welke impact zou dat op de omgeving qua geluid, qua uitzondering kunnen hebben, dat wordt zeer sterk opgekeken, Maar dan ook zeker op de energieefficiëntie, op het performance zijn.
Ook naar de soorten materialen die we gebruiken, wordt daar heel veel aandacht aan besteed. De tijd is moeilijk in te schatten, want met al onze activiteiten hebben we het duurzaamheidspetje op. Dus afhankelijk van welke projecten dat behandeld wordt, zijn we er zeer veel mee bezig of zijn we minder. Maar duurzaamheid in het brede verhaal van het welzijn, de veiligheid van ons werk naar onze buurt, naar onze projecten, zijn we daar toch wel een heel groot percentage mee bezig. Duurzaamheid proberen onze mensen daar natuurlijk zoveel mogelijk bij te betrekken. Wij doen dat ook onder 'growing in balance', onze commitment naar een duurzame wereld.
Dus we werken daar heel hard aan. We hebben dan ook acht kerngebieden gaande van water tot veiligheid tot diversiteit tot het behalen van onze missie-normen. Dus dat wordt heel hard aan gewerkt en daar betrekken we ook tot op de werkvloer bijvoorbeeld beter sorteren, afval verzamelen, minder energie waar er ook doelstellingen op staan voor onze medewerkers om samen onze schouders onder te zetten. Wij merken met de aanwerving van personeel, maar zeker het jongere personeel, dat duurzaamheid zeker belangrijk is.
Zeker in de brede zin, maatschappelijke verantwoordelijkheid, hoe ga je om met welzijn en het werk en veiligheid op het werk? Maar ze denken ook zeer sterk aan het maatschappelijk belang. Dus wij laten hen ook onze processen zien. Wij laten het ook zien hoe dat duurzaamheid in ons DNA zien. En merken dat daar toch wel een argument is dat zij meenemen bij het kiezen van een bepaald bedrijf. En wij nemen dat ook mee bij het selecteren van personeel. Vroeger gezat het HSE gebeuren, dus Health, Safety and Environment, een beetje samen.
We zijn dat gaan opsplitsen en we hebben nu een gededicteerde persoon centraal die alleen met milieu en duurzaamheid bezig is voor de fabrieken. Op groepsniveau ook personen die bezig zijn en we hebben ook personen die daarmee bezig zijn op vlak van de bietenvelden, op vlak van de contacten met de planten. Dat zijn ook specifieke personen. Naast dat gebeuren hebben we dan, en dat is een deeljob eigenlijk in de verschillende plants, in de verschillende bedrijven, mensen die dan zorgen voor die rapportering. Dus dat zijn als je in totaal kijkt toch wel een 4-50 personen regelmatig en bijna continu bezig.
Op vlak van rapportering, en we zien dat ook zeer sterk toenemen, de Europese reglementering, zijn we naar een nieuwe software gegaan om dat echt te kunnen opvolgen. Vroeger zat dat in ons management systeem, nu hebben we een speciale software daarvoor aangewend en per kwartaal worden al onze duurzaamheidscijfers, onze energieverbruikers centraal gerapporteerd en dan ook doorgestuurd. Wij zien dat het duurzaamheidsaspect meer en meer zowel met retail als met grote industriële spelers op tafel ligt.
En Wat zeer belangrijk is, er is sowieso verschil van klant tot klant of van bedrijf tot bedrijf hoe ver ze zitten in dat duurzaamheidsgebeuren. En daar mogen we niet zeggen dat een kleinere klant of een grote klant, het is een beetje klantgebonden. Met onze klanten, wij krijgen heel veel klantenbezoeken, maar ook audits. We hebben ook gecertificeerde audits en het verhaal of het aspect van duurzaamheid komt daar zeker aan bod en wordt ook door sommige klanten zeer nauw bekeken.
Wij krijgen dan ook heel dikwijls op voorhand vragenlijsten die we dan invullen om te kijken of onze targets en onze doelstellingen ook hun doelstellingen ondersteunen. Naar onze leveranciers toe, specifiek naar onze landbouwers toe, Stimuleren we dat, geven we daar een positieve stimulans en dan geven we bijvoorbeeld ook bijkomende financiële ondersteuning als zij aan biodiversiteit meewerken en bijvoorbeeld bloemenstroken aanleggen. Dus ook daar proberen we dat te triggeren. Naar de regio toe zelf ondersteunen we heel wat organisaties.
Daar werken we ook aan heel wat projecten mee. En daar hebben we bijvoorbeeld ook een incubator geplaatst waar we startende bedrijven ondersteunen. Wij hebben eigenlijk bedrijvencentra waar we ook bedrijven een beetje proberen te ondersteunen. Wij werken nauw samen met de buurt, dus op dat vlak, ook kleine organisaties, sportevenementen, proberen we toch zeker ons steentje bij te dragen. Als we kijken naar bedrijven die rond duurzaamheid werken, en Ik denk dat we in de voedingssector mooie stappen gezet hebben.
En dat men zeer innovatief bezig is om die stappen te zetten. Maar het is communiceren over, gaan naar de nodige netwerken te kijken. Wat bestaat er? Niet alleen binnen uw sector, maar ook buiten uw sector en tracht daar naar de nieuwe technologieën te gaan en van elkaar een beetje te leren.